Er is een plek welke als thuis voelt maar welke tegelijkertijd zo onbereikbaar is. Er is een plek welke tot de verbeelding spreekt zelfs wanneer je er al eens geweest bent. Er is een plek waar je een wereldreis kunt maken binnen één dag maar ook werelden kunt verkennen welke alleen bestaan in je fantasie. Er is een plek waar je kunt vliegen op een Banshee, waar je je vol kunt stoppen met de meest gekke snacks en waar je iedere avond meer vuurwerk ziet dan je netvlies kan verwerken. Er is een plek zoals Walt Disney World.

Ik ben twee jaar terug voor het eerst in dit ‘pretparkmekka’ geweest en Bryan is al meerdere malen met zijn moeder Marjolein en broertje Collin naar Orlando afgezakt. Deze keer pakten we het echter anders aan: voor het eerst sliepen we ‘on property’ in het safarihotel ‘Animal Kingdom Lodge’ en lieten ons 5 dagen lang opslokken in de Disney bubbel. Voor het eerst hadden we een ‘Dining Plan’ waarmee je ‘gratis’ zelfs het meest luxe eten en de duurste cocktails kunt halen. Voor het eerst liepen we door het park zonder een portemonnee, entreekaartjes of een hotelkaart op zak en voor het eerst hoefden we nergens te vragen of iemand een foto van ons wilde maken: onze Magic Band nam al deze taken voor zijn rekening.

Waar ik normaal altijd het report afsluit met een filmpje begin ik er nu mee. 5 dagen Walt Disney World met woorden beschrijven is onmogelijk. Ik heb al onze indrukken in 5 minuten bewegend beeld verwerkt waarin je alle hoogtepunten van de 4 themaparken ziet. WAARSCHUWING: als je na het kijken van deze video ook naar Orlando wilt ben ik juridisch niet aansprakelijk



En dan nu terug naar het begin: once upon a time…

Na een overstap in New York landen we op Orlando International Airport. Als we uit het vliegtuig stappen en lopen over enorme vlaktes van oerlelijke hysterisch drukke vloerbedekking weten we dat we in Amerika zijn. Waar we normaal de huurauto zouden pakken lopen we nu naar de Disney terminal, scannen onze Magic Band en stappen aan boord van de ‘Magical Express.’ “Maar Lars vergeten jullie nu niet je koffer op te halen?” - Nee joh, dat doet Disney voor ons! Magie noemen ze dat







Na een ritje van 25 minuten terwijl het ene na het andere Disney World filmpje wordt afgespeeld (waardoor we overigens niet naar buiten kijken en uitzichten aan Universal en Seaworld volledig aan ons voorbij gaan, maar dat zal vast de bedoeling van Disney zijn geweest) komen we aan bij ons hotel: Animal Kingdom Lodge. We stappen de lobby in en onze monden vallen letterlijk open van verbazing: dit is imposant tot de max. De natuurlijke materialen, de authentieke objecten en meubels, de enorme dakconstructie en de prachtige doorkijk die je een blik geeft op de Savanne is van een ongekende grootsheid. We lopen de lobby door, zweven van de ronde trap af, zwiepen de glazen deur open en BAM staan oog in oog met een giraffe terwijl er links naast ons een kampvuur knettert en er subtiele Afrikaanse muziek klinkt. “Hier gaan we ons wel vermaken.”





Na het verkennen van de kamer, uiteraard ook prachtig in thema en met uitzicht op de savanne, kunnen Bryan en ik het niet laten om nog even de bus te pakken naar EPCOT. Het is inmiddels 21 uur maar met de ‘Extra Magic Hours’ is het park voor Disney hotelgasten exclusief twee uur langer geopend. We krijgen kippenvel bij het zien van ‘de bol’, racen in onze zelf ontworpen auto in ‘Test Track’, gaan op tijdreis in ‘Spaceship Earth’ halen iets te eten in World Showcase en bezoeken de gloednieuwe darkride van twee zusjes uit Arendelle. Gevuld met magische gevoelens, energie om aan deze 3 weken plezier te gaan beginnen maar op het moment toch ook een lichte vermoeidheid van de reis slenteren we op ons gemak weer terug naar de Disney bus. Collin en Marjolein liggen al onder de wol en dus gooien we onze verschenen koffers onder het bed, leggen de Magic Bands op onze nachtkastjes en klikken de lampjes uit. “Morgen gaat het écht beginnen, morgen zijn we er écht. Weltrusten.”



Dag 1: Magic Kingdom

Of het nu in Parijs, Azie of Amerika is: een park binnenwandelen door een oud Amerikaanse straatje met aan het einde een charmant sprookjeskasteel blijft voor mij het mooiste gevoel ter wereld. Al is het in dit geval geen ‘straatje’ maar een flinke laan en geen ‘charmant sprookjeskasteel’ maar een massief bouwwerk. In Orlando dachten ze namelijk: bigger is better.







Waar in Parijs de gebouwen pastelkleurig zijn, aangezien dit goed samen gaat met ons toch veelal grauwe klimaat en je een gevoel geeft van warmte, hebben de gevels in het Magic Kingdom felle kleuren welke je dan weer visueel het gevoel van verkoeling geven. Het park is opgezet om te imponeren én om enorme mensenmassa’s aan te kunnen. Het is dus niet intiem of sfeervol zoals de versies in Parijs of Anaheim, maar overtuigt zeker.









We steken meteen recht door het kasteel en komen aan bij het meest vrolijke stuk van het park: New Fantasyland. Ik hoor je denken: wat is er dan ‘new’ aan? Nou toen Universal bezig was met Harry Potter moest Disney met een tegenantwoord komen. Het oh-zo-verouderde Fantasyland werd in 2012 op de schop gegooid met als resultaat een volledig nieuwe circus-area (is de Efteling al op inspiratie bezoek geweest?), een prachtige darkride van onze kleine vriendin Ariël (waarbij de Ursula animatronic toch écht de show steelt) en een heus Beauty and the Beast imperium. In deze laatste vindt je naast Gastons herberg een vernuftig uitgevoerde walktrough-show-achtige attractie waarbij je begint in het huisje van Belle om vervolgens op magische wijze in het kasteel uit te komen bij de prinses zelf. Wat volgt is een interactief schouwspel waarbij kinderen én volwassenen worden gevraagd om het verhaal uit te beelden. Bryan is een ridder en ik ben een schilderij. Als er iemand binnen komt lopen op het moment dat iedereen in volledige chaos door de ruimte huppelt en Belle me complimenteert dat ik een goed schilderij ben moet diegene toch denken dat ‘ie in een inrichting is belandt. Afijn, gelachen hebben we zeker.











Het ‘Be Our Guest’ restaurant zal iedere pretparkliefhebber wel kennen: hier eet je namelijk in het kasteel van Belle en het Beest an dat is zo populair dat je maanden van tevoren een plekje moet bemachtigen. Als enorme fan had ik hier 2 jaar geleden al eens geluncht maar later deze week werd het tafel linnen opgelegd voor een chique diner. Ook deze keer is de omgeving prachtig (de balzaal is tot in detail nagebouwd, de verboden vleugel met de betoverende roos is subliem en de fluisterende ridder harnassen in de gang zijn erg geestig) maar meer dan dat is het eerlijk gezegd ook niet. Het is prima eten in een mooie omgeving maar ook niet meer dan dat. Oh ja, als toetje mag je wel nog het Beest ontmoeten (wat verder nergens anders ter wereld kan) dus dat laten we ons geen twee keer zeggen. We hebben bij andere restaurants meer genoten, maar daar hoor je meer over als we in EPCOT aanbeland zijn…













Maar vergeet je nu niet de belangrijkste nieuwe attractie van New Fantasyland? Natuurlijk niet, maar het beste altijd voor het laatst toch? Seven Dwarfs Minetrain is zonder twijfel dé attractie van New Fantasyland en als we de wachttijden mogen geloven zelfs dé attractie van Magic Kingdom. Een wachtrij welke slingerend langs de bergen begint brengt je vervolgens binnen in het mijntreinstation. Een tirolermuziekje schalt langs de prachtige rotswanden en de dennebomen, welken hoe hoger ze op de berg staan steeds kleiner worden om het geheel hoger te laten lijken dan dat het daadwerkelijk is, brengen je in een heerlijke sfeer. Eenmaal binnen aangekomen in het huisje zijn er prachtige interactieve elementen verwerkt om het wachten te veraangenamen. Zo help je al lopend om diamanten te sorteren en krijg je na het draaien van tonnen vol met edelstenen de schimmen van de dwergen te zien. Maar we zijn hier natuurlijk niet voor niets, wij willen naar de mijn!







Prachtig mijnwagens staan klaar welke na vertrek meteen een kleine drop maken en vervolgens omhoog getakeld worden. We glijden over een heerlijk slingerend parcours welke zich over de heuvels buigt waarbij de karren in de bochten van links en naar rechts slingeren. Uiteindelijk rijden we de mijn binnen waar de zeven dwergen aan het werk zijn. Edelstenen zover het oog rijken glinsteren ons tegenmoet en de animatronics zijn met hun geprojecteerde hoofden extreem realistisch, wauw! We zien de schaduwen van de dwergen met ons mee naar boven lopen en zakken vervolgens al slingerend de berg af. Eenmaal in de remmen aangekomen zien we rechts het huisje van de dwergen waar sneeuwwitje dansend achter de ramen staat, en nee dan bedoel ik geen Amsterdamse praktijken.



De attractie is prachtig gethematiseerd, heeft een perfecte afwisseling van darkride en thrill, heeft een consistent thema en is bovenal té leuk om te doen. He ho, he ho, een goede attractie bouwen doe je zo! En oh ja, het is toch geniaal dat de onride foto er uitziet alsof er fotograaf met een spiegelreflex langs de kant heeft gestaan? En langs een fotohokje lopen hoeven we ook niet: door sensoren in de trein weet de Magic Band waar we hebben gezeten en staat de foto direct op onze telefoon, dat is nog eens luxe!

Verder vindt je in ‘old’ Fantasyland uiteraard nog theekopjes, een Peter Pan darkride zoals we die ook in Parijs hebben, een aardige Winnie the Pooh darkride met een honingzoete nasmaak en een lelijke It’s a Small World. Oh en natuurlijk prinsessen! Waar je in Parijs 70 minuten moet wachten voor 1 koninklijke hoogheid ben je hier gewoonlijk na 15 minuten al aan de beurt en dan staan er niet 1 maar 2 dames op je te wachten. De eerst keer ontmoeten we Tiana en Rapunzel en in de avond brengen we nogmaals een bezoeken. Assepoester heeft er niet zo veel zin meer in maar daarna ontvangt Elana of Avelor ons met open armen. “Wie?” hoor ik je denken en dat dachten wij ook. Onze eerste vraag aan haar is: “who are you?” waarna ze ons een hand geeft en zich hilarisch voorstelt en uitlegt wie ze is. We beloven om in Nederland iedereen over haar te vertellen waarna ze om het muurtje kijkt en roept “Cinderella they are gonna make me famous in the Netherlands!” waarop Assepoester droog reageert met ‘well congratulations.’









Tomorrowland is niet moeders mooiste maar is met de iconische en allereerste Space Mountain ter wereld (1975) zeker het bezoeken waard. De achtbaan is letterlijk een reis door het sterrenstelsel want behalve duisternis met overal lichtjes zie je verder niets. De achtbaan, vooral de rechter van de twee, is lang, doldwaas en lekker ‘out of control.’







Buzz Lightyear kennen we (al hebben de geweertjes eens stuk minder bewegingsvrijheid helaas) en the carrousel of progress is uiteraard een klassieker. In dit ronddraaiende theater zie je hoe een gezin bestaand uit animatronics telkens in andere decennia terecht komt en hoe de technologische ontwikkeling met ze mee verandert. De attractie is door Walt himself bedacht en in premiere gegaan tijdens de wereldtentoonstelling van 1964 in New York, en die oorwurm van een soundtrack ‘there’s a great big beautiful tomorrow’ neuriën we vrolijk mee. De verassing van dit stukje park was echter ‘the People Mover’. Op papier lijkt het een suffe attractie: in een treintje met plaats voor 20 personen rijdt je over een track van 1672 meter lang met een maximum snelheid van 11 km/h. Een soort Monorail met een dak over de rails gecombineerd met een rondrit. Als we na een ruime 10 minuten uitstappen kan ik niet anders dan concluderen dat het een heerlijke ervaring was. Lekker rijden in de schaduw terwijl het ene na het andere iconische uitzicht aan je voorbij trekt waarbij je zelfs door de koepel van Space Mountain gaat: ik ben fan!







Over fan zijn gesproken: Festival of Fantasy staat op het punt van beginnen (snap je… FAN-tasy…) en in het heerlijke zonnetje staan we swingend langs de kant klaar. Dit is een parade die een groots park verdient, en Magic Kingdom verdient een parade als deze. De muziek is catchy, de performers hebben energie ter overvloede en de wagens zijn bombastisch, lekker fel gekleurd en heerlijk groots van ontwerp. Het hoogtepunt van de parade, de enorme vuurspuwende draak, hebben we inmiddels ook in Parijs waardoor we er hier iets minder van onder de indruk zijn. Alsnog blijft het een indrukwekkende bonte stoet waar je me op ieder moment in de nacht (en dag) voor wakker mag maken.









Splash Mountain zit helaas in zijn jaarlijkse onderhoud maar bij Pirates of the Caribean verwelkomt Jack Sparrow ons maar al te graag voor een ritje. Waar we in Parijs de mooiste versie hebben vind ik hier in Florida de scene waar je tussen de vechtende schepen doorvaart erg imposant, en laat dat nu net de scène zijn waar je in Parijs (helaas) snel doorheen knalt.

“Yoho yoho” neuriënd stappen we verder richting Big Thunder Mountain waar we, omdat we het vragen, met zijn drieën naast elkaar mogen plaatsnemen. Wat normaal een tamme maar soepele rit is verandert in een groot hilarisch avontuur waarbij de knieschijven de nodige tikken te voortduren krijgen en de schouder-aan-schouder positie ervoor zorgt dat horizontale g-krachten zonder pardon de lachspieren aanslingeren. Ze noemen het niet voor niets “The Wildest Ride in the Wilderness”