Na de leuke start van de Scandinavië-trip in Helsinki, reed onze bus op dag twee 's avonds door. Eerst naar Tampere, waar we pauze hielden om samen te dineren, maar daarna mochten we terug voor een hele poos op de bus richting Alahärmä. Nooit van gehoord? Dat is een klein plekje ergens halverwege een land dat begint in een koude streek en eindigt tegen de noordpool. De dichtstbijzijnde stad van betekenis is Vaasa, met zo'n 67 000 inwoners de op dertien na grootste stad van het land. Het is dan ook een hele verrassing dat één van de drie grootste pretparken van Finland zich hier bevindt: Powerland!



Even mezelf verduidelijken en een groot misverstand uit de wereld helpen: Het pretpark heet Powerland, maar het resort inclusief de talloze verblijfsaccommodaties, go-kart tracks en andere randactiviteiten heet 'Powerpark'. Natuurlijk had dit beter andersom geweest: Powerpark duidt op niets meer dan een park, en Powerland is veel geschikter als naam voor het hele resort.
We sliepen in bovenstaande huisjes. Erg schattig allemaal, en je had een mooie uitzicht op de skyline van het park. Het was meer een camping dan een bungalowpark; de sanitaire blok die je hier toebedeeld kreeg, moest je delen met de gasten die met de tent kwamen. Enkel jammer dat de bar en het ontbijt zich in het hotel bevonden, wat toch een heel eind wandelen was. Gelukkig is het zo hoog in het noorden niet vaak donker.





Vroeg uit de veren komen was dus aangeraden: een hele wandeling voor het ontbijt, een wandeling terug naar de lodges om de tanden te poetsen en dan weer op tijd in het park te zijn voor drie simultane ERT's. Huh, wat? Ja hoor, Powerpark staat erop om Gröna lund en Hansapark te verslaan als fanvriendelijkste park en opent zomaar even de drie topcoasters een halfuur voor opening speciaal voor een groepje van vijftig man groot.
We hadden hem al kunnen bewonderen en ook de testritten hadden we al gezien, en konden uiteindelijk ook moeilijk anders dan eerst naar het paradepaardje van het park lopen. Thunderbird Is een GCI uit 2006, en indertijd de eerste achtbaan waarvan ik de bouw heb gevolgd als elfjarige snotneus. Een opvallend gegeven aan deze achtbaan is dat de trein aan de ene kant roze is, en aan de andere kant blauw (de tweede trein is groen/geel). Zo lijkt het door de dag alsof er twee treinen op de baan staan, wat niet waar is. Gelukkig maakte dat vandaag ook helemaal niets uit, zelfs als je weet dat de trein er van de remmen tot aan het station bijna een hele minuut over doet. We pikten het eerste bemande ritje van de dag mee en ik bleef eerlijk gezegd op mijn honger zitten: Thunderbird is een typische GCI, met een first drop die niet geweldig is en relatief veel lage stukken op hoge snelheid, maar het deed me niet veel.



Tijdens een bisnummertje later op de dag kon ik gelukkig mijn mening nog wat bijschaven. De trein ging al veel sneller over het parcours, met vooral op de tweede helft enkele leuke airtime-momentjes. Het verdict luidt dan ook dat Thunderbird een prima baan is en een bovengemiddelde woodie, maar jammerlijk genoeg ook de minste GCI die ik al gedaan heb. Voor Powerpark is het echter een prima baan.





Sinds vorig jaar is Thunderbird niet meer de grootste achtbaan van het park, maar daar kunnen we niet rouwig om zijn. De spaghetti van groene rails die Junker is, lonkte naar ons. Ik had best wel hoge verwachtingen na de positieve verhalen over deze achtbaan gehoord te hebben. Ik geef toe dat ik weinig heb met Gerstlauer: op enkele banen na zijn de meeste loopingcoasters van hun hand weinig doordacht en zijn zowat alle inversies ofwel veel te snel (Looping Typhoon), dan wel veel te traag (elke heartline roll ooit). Net dat zwakke punt maakt Junker zo geniaal. Jarenlang heeft Gerstlauer quasi perfect ronde loopings gebouwd. Hier is de grap: bij Junker is de looping eindelijk druppelvormig, maar dan een druppel die op zijn zij ligt. Het resultaat is een belachelijk trage looping waarin je nog best comfortabel stil hangt. Een gigantisch hoogtepunt in een baan die voor de rest eigenlijk maar matig is. Junker is tenminste erg comfortabel, maar de rest van de elementen voelt niet speciaal aan en voegt niet veel toe. Maar de looping alleen zorgt voor genoeg fun om de baan enkele keren te doen!











We amuseren ons zo hard in Junker dat de drievoudige ERT ongemerkt al lang ten einde is als we de coaster laten voor wat het is en we besluiten de rest van het park te ontdekken. Niet getreurd: dankzij de érg lage opkomst op deze druilerige woensdag in juli hebben we ook de rest van de dag heel het park zo goed als voor onszelf. Langer dan één ritje hoeven we dan ook niet te wachten om Cobra af te tikken, een Vekoma Boomerang met zeer rare doch comfortabele treinen. Dit en het misteffectje maken de coaster eigenlijk superfijn. Ik heb hoe dan ook al niets tegen boomerangs, maar deze was echt een topbaantje (hoewel nog net iets minder dan die van Prater).







Ondertussen heb ik slechts drie attracties overlopen en heb je een volledig verkeerd beeld van het park. De topachtbanen met vaste funderingen doen misschien iets anders denken, maar eigenlijk bestaat Powerland voornamelijk uit kermisattracties en dito uitstraling. Niet dat het ons stoort. Ik kan bijvoorbeeld perfect genieten van een ritje op Joyride, een achtbaan die exact doet wat zijn naam verraadt. Het baantje ziet er misschien niet zo speciaal uit (en eerlijk gezegd is het dat ook niet), maar het is wel heerlijk soepel en maakt meer snelheid dan je zou verwachten. Een ideale familiebaan die in veel parken allerminst zou misstaan indien hij mooi ingepland wordt.





Niet dat alle coasters van het park op zijn minst 'erg leuk' zijn, of hun naam maken. Mine Train klinkt misschien spectaculair, maar het enige dat deze achtbaan het vermelden waard maakt, is dat er zover ik kon zien geen enkele boom heeft voor moeten wijken. Toch een prestatie voor een achtbaan die in het bosrijke deel van het park ligt.





Nog meer vage achtbaanpret in Neo's Twister, zo'n kermisspinning die nog slechter is dan de kermisspinnings die we ondertussen al zo gewoon zijn. Voor Powerland stel ik geen hoge eisen en kan dit er nog door, maar ik heb werkelijk geen idee wat een park als Gardaland bezield heeft om zo'n onding te bouwen. Deze coaster is niet eens comfortabel, noch spannend...





Alhoewel ik Powerland geen lelijk park vind, kan je niet ontkennen dat ze voor het grootste deel niet echt moeite hebben gestoken in de aankleding van hun attracties. Toch is er een opvallend deel van het park wel uitgebreid gethematiseerd: over ongeveer de helft van de lengte van het park loopt een gethematiseerde gevelrij, die op zo'n 100 meter eerst Duits aandoet, daarna Italiaans om dan af te lopen als een westerndorpje. Hierin vind je geen attracties, maar wel horecapuntjes en souvenirwinkels. En ondanks de randomness geven de geveltjes het park een nog foutere sfeer die ik wel kan smaken.







In de uitlopers van de gevelrij, verstopt tussen de bomen, vind je de enige darkride die het park rijk is. Ik ben niet zo'n held als het shooters betreft: vaak erger ik me dood aan het feit dat ik geen enkel doel lijk te raken en steek ik uit frustratie mijn geweer weg voordat de attractie halverwege is. In Devil's Mine Hotel is het echter voor iedereen extreem moeilijk om een doel te raken, want we hadden allemaal een miserabele score en hebben slechts weinig zien bewegen dankzij onze pistolen. Misschien zou het een hele leuke darkride zijn mochten de doelen ietsje makkelijker afgesteld staan.







Achteraan in het park ontdekten we een soort primitief dorpje, eigenlijk een soort lavenlaar voor trollen volledig uit hout opgetrokken. Best charmant en leuk gedaan, het trekt je zeker en vast weg van de kleurrijke, kermisachtige sfeer in de rest van het park. Achteraf gezien zou ik hier graag wat meer rondgehangen hebben en op zijn minst het verhaal achter dit 'dorpje' ontdekt hebben, want het had echt wel iets.





Eén van de grootste attracties van het park is de erg lange splash Kwai River. Dit ding blonk uit in zijn foutheid: de eerste drop duikt in een gat van een loopbrug en wordt niet vervolgd door een plons in het water. In plaats daarvan rijd je op snelheid een stukje verder, om ineens een bocht te verwerken en een tweede drop voorgeschoteld te krijgen. Erg vreemd, maar wel reuzeplezant. Erg nat was de attractie gelukkig niet: het is misschien wel de meest noordelijke volwaardige waterbaan ter wereld.





De laatste attractie die we indoken - met nog maar een paar minuutjes om aan de bus te geraken - was een autoritje tussen de dino's. Zo blij als ik was toen we terug in het stationnetje stonden na de trage rit, zo teleurgesteld was ik toen het autootje zonder te stoppen vertrok voor een tweede rondje. Gelukkig hebben we nog net op tijd de bus gehaald.



Ik vond Powerland geweldig. De attracties zijn niet het beste van de plank, het thema is fout op zijn best en de opbouw is merkwaardig. Toch kan ik eigenlijk niets negatiefs zeggen. Het weer hield alle attracties instapklaar en ik had wel het gevoel dat het park zijn best deed zoveel mogelijk mensen een leuke ervaring te bezorgen. Een goed voorbeeld daarvan waren de verschillende programma’s die bepaalde attracties hadden: zo hadden de starflyer en de freefall een snelle en een trage stand. Hierdoor kunnen ook mensen die niet tegen 100 km/u naar beneden willen vallen van het uitzicht genieten. Voorts bleven, ondanks de extreem droevige opkomst, alle attracties draaien zonder wisselschema of van die grapjes. Bovendien is het park erg proper. Ik moet toegeven dat we bijna net zoveel tijd hebben gespendeerd in de cafetaria in het Duitse 'themagebied' als in het park zelf, maar dat doet geen afbreuk aan mijn eindconclusie dat Powerpark een toffe plek is waar ik graag nog eens zou komen. Bedankt voor het lezen!