Nielsje laat op zich wachten, ik kaap stiekem zijn beurt:
Ik ben een vliegend beestje, je vind me niet meer op een Belgische achtbaan terug;
Wel in een tunnel in een nabij buitenlands pretpark, als je dobbert op je rug.
Wie ben ik?
Nielsje laat op zich wachten, ik kaap stiekem zijn beurt:
Ik ben een vliegend beestje, je vind me niet meer op een Belgische achtbaan terug;
Wel in een tunnel in een nabij buitenlands pretpark, als je dobbert op je rug.
Wie ben ik?