Uit HNB:

2020 zal de geschiedenis ingaan als het ‘coronajaar’. Nooit eerder in de naoorlogse geschiedenis was de wereld zo lang in de ban van één en dezelfde gebeurtenis. Dat was nog niet zo lang geleden wel anders. Toen bracht haast elke dag een opmerkelijk verhaal, waren we geregeld in de ban van een nieuw mysterie, of werd het nieuws kortstondig beheerst door een heldendaad die inmiddels in de vergetelheid is gesukkeld. Onze man duikt in de schatkamer van de naoorlogse geschiedenis en diept de tien verhalen op die hem het meest beklijven.

Op 17 juli zou Disneyland de deuren open. Maar dan wel enkel voor een beperkte groep mensen. Onder anderen beroemdheden als Frank Sinatra, Ronald Reagan, komiek Jerry Lewis en Debbie Reynolds (de actrice uit Singin’ in the rain) zouden een eerste voorsmaakje krijgen. Maar ook familieleden van het personeel, en de pers.

Walt Disney kon doorgaans als geen ander inschatten wat het publiek wilde. Maar die dag vergiste hij zich. Hij onderschatte hij hoe graag average Joe erbij wilde zijn: in plaats van de verwachte 15.000 doken er liefst 35.000 mensen op. En die klommen heus niet allemaal over die ene ladder die een pientere buurtbewoner voor vijf dollar verhuurde om over het hek te kruipen. Tickets werden massaal vervalst.

Het resultaat was absolute chaos: op de snelweg stond 11 kilometer file. Dat valt best mee, denkt u? Let wel: we hebben het over 1955, lang voor “aanschuiven op de Antwerpse Ring” in ons land een begrip zou worden. Urenlang stond het verkeer muurvast. Mensen moesten zo lang aanschuiven dat ze – eenmaal aangekomen - massaal wild plasten op de parking.

Hoe de opening van Disneyland uitdraaide op een regelrechte ramp, en het kasteel van Doornroosje zelfs bijna in de as lag
Er daagden dubbel zoveel bezoekers op als verwacht. FOTO: PHOTO NEWS
Profetische woorden

Binnenin het park was de situatie niet veel beter. Walt Disney had vooraf gezegd dat het park “nooit af zou zijn, omdat zijn verbeelding altijd de bovenhand zou halen”. Dat bleek iets profetischer dan ome Walt eigenlijk bedoelde. De bouw van Disneyland was een race. De man had 17 miljoen dollar in het park gepompt, omgerekend naar vandaag zo’n 152 miljoen euro. Een zware investering, tegen het advies van zijn boekhouders in. Die doopten het plan dan ook “Walt’s folly”, “Walts stommiteit”.

Vastberaden om hun ongelijk te bewijzen, wilde Disney de deuren exact een jaar later al openen. 1.200 bouwvakkers werkten de klok rond om zijn strakke deadlines te halen. Maar dat waren er niet eens genoeg: toen de eerste gasten binnenkwamen, werd er nog overal geverfd, getimmerd of geplant. Er was geen tijd om het park onkruidvrij te maken, dus liet Disney overal bordjes met Latijnse plantnamen plaatsen, zodat het leek alsof dat de bedoeling was.

Hoe de opening van Disneyland uitdraaide op een regelrechte ramp, en het kasteel van Doornroosje zelfs bijna in de as lag
De deadlines van Walt Disney bleken te streng. FOTO: ISOPIX
“Ze kunnen niet op straat plassen...”

Disney had ook pech met het weer: het kwik bereikte die zomerdag 37 graden Celsius. Warm genoeg dat vrouwen die hun hoogsteigen Assepoester-momentje op hoge hakken wilden beleven, bleven plakken in de brij van het vers gestorte asfalt op Main Street, de centrale weg in het park.

Dorstige bezoekers merkten ook al snel dat de waterfonteintjes in het park niet werkten. Met dank aan de loodgieters, die in de weken voor de opening hadden gestaakt. Het had Disney voor een dilemma geplaatst: werkende toiletten of werkende drinkfonteintjes. Hij koos voor de toiletten, met de onsterfelijke quote: “Ze kunnen Coke en Pepsi drinken, maar ze kunnen niet op straat plassen”. O ironie: door de onverwachte toeloop kwamen de standjes in het park na enkele uren al zonder eten en drinken te zitten. En plassen op straat? Dat hadden veel bezoekers al gedaan op de parking.

Hoe de opening van Disneyland uitdraaide op een regelrechte ramp, en het kasteel van Doornroosje zelfs bijna in de as lag
Vrouwen verloren hun naaldhakken in het vers gestorte asfalt op Main Street. FOTO: PHOTO NEWS
Een strijd op leven en dood

Maar het ergst van al: een groot deel van de attracties was nog niet eens klaar. De karretjes van ‘De vlucht van Peter Pan’ konden nog niet rijden, de bootjes van ‘20.000 mijlen onder zee’ konden nog niet varen, en zelfs de Dumbo-carrousel begaf het al snel. Adventureland en Fantasyland moesten een paar uur gesloten worden door een gaslek dat het kasteel van Doornroosje bijna in vlammen deed opgaan. De koetsen in Frontierland bleken om te vallen als ze te zwaar geladen waren. 36 wagentjes in ‘Autopia’ – ironisch genoeg bedoeld om kinderen respect voor de verkeersregels te leren - crashten omdat de gasten er te snel mee reden. Een tijger en een panter ontsnapten uit het circus, en vochten een strijd op leven en dood uit. Midden op Main Street. Spektakel!

En dan moest het debacle met de Mark Twain-rivierboot nog plaatsvinden. Die attractie was zo populair dat 500 mensen mee wilden op het eerste rondvaartje. Veel meer dan het vehikel aankon, waardoor de boot van de rails ging en wegzonk in de modder. “Het kostte ons een halfuur om het ding te repareren en weer naar de steiger te puffen”, zei een medewerker later. “En toen we daar eindelijk aankwamen, wilde iedereen er meteen af. Ze drumden allemaal naar dezelfde kant van de boot, waardoor het hele gevaarte opnieuw omkieperde. Alle gasten moesten door het water naar de oever waden, en daar was niet iedereen even gelukkig om.”

Hoe de opening van Disneyland uitdraaide op een regelrechte ramp, en het kasteel van Doornroosje zelfs bijna in de as lag
De Mark Twain-rivierboot was zo populair dat het eerste toertje meteen grondig in de soep liep. FOTO: AUGUST BALBI / MPTVIMAGE
Profetische woorden (bis)

Walt Disney vertoefde op dat moment nog even in zalige onwetendheid over al dat onheil, want hij was druk bezig met de televisie-uitzending van de opening. Zeventig miljoen kijkers kregen live te zien hoe leuk het wel niet was in Disneyland, want de vele blunders werden netjes uit beeld gehouden.

Maar alsof de goden ermee lachten, verliep ook die live-uitzending allesbehalve rimpelloos. Niet onverwacht, als je presentator Art Linklater in het begin van het programma mocht geloven. “Onze repetitie daarstraks ging zo goed als verwacht kan worden als je drie vulkaanuitbarstingen tegelijk probeert te verslaan”, kondigde hij sarcastisch aan. Dat was niet gelogen: de technische problemen volgden elkaar vervolgens in sneltreinvaart op. Microfoons bleven onbedoeld openstaan, gasten vielen over de vele camerakabels die door het hele park krioelden.

Play Video
VIDEO: YOUTUBE

In de woorden van Linklater: “Dus als ik u straks zeg dat we naar de krokodillen in Adventureland gaan, maar iemand drukt op de verkeerde knop en u ziet plots Irene Dunne (actrice, nvdr.) haar beha goed steken, wees dan niet verrast.” Voor die laatste voorspelling is de term ‘profetisch woorden’ uitgevonden: niet veel later zou presentator Bob Cummings onverwacht in beeld worden genomen terwijl hij innig stond te kussen met een danseresje. Pittig detail: Cummings was op dat moment getrouwd. Niet erg kindvriendelijk...

Andere tijden

“Voor de eerste keer in zijn carrière heeft Walt Disney duizenden kinderen teleurgesteld”, omschreef een krant de desastreuze opening een dag later. Tegenwoordig zou zo’n pr-debacle een ramp zijn voor een nieuw pretpark. Maar in 1955 dacht het publiek daar duidelijk anders over. Na één week hadden al meer dan 100.000 mensen Disneyland bezocht. Na zeven weken werd de kaap van één miljoen gerond. 65 jaar later staat de teller op meer dan 720 miljoen bezoekers. Met dank aan de volharding van een man die zijn “stommiteit” werkelijkheid wilde zien worden.