Snelle auto's: het doet me eigenlijk niets. Ik kan niet eens rijden. Of het nu Fiat of Ferrari is, het spreekt me zo mogelijk nog minder aan dan de afwas en het strijken. Maar als je de hoogste en snelste achtbaan van Europa erbij betrekt en meteen ook een heel pretpark met dit thema uit de grond stampt, dan kom ik met plezier uit mijn lage zetel om me te laten onderdompelen in de plots immens fascinerende wereld van Ferrari. En tegen een lang weekendje Spanje met de Rollercoaster Friends zeg ik hoe dan ook niet snel nee!
Schijn bedriegt, maar tegen kwart voor tien die zondagmorgend stond het bovenstaande pleintje bomvol mensen. Vooraan: de vroege vogels die als eerste naar de toppers van Ferrari Land zullen rennen. Achteraan: de iets minder vroege vogels die exact hetzelfde zullen doen. Het Ferrari-rood is alom aanwezig en de Spaanse zon maakt van elk bloot stukje huid een tosti. Voor ons: een 112 meter hoge toren met 3 gigantische logo's van Ferrari. Wat gaat er op dat moment door een coasterliefhebber heen? Anticipatie, verwachting, spanning. De vurige wens dat we toch nog even naar het toilet waren geweest, want nu kunnen we ons plekje vooraan de poorten niet kwijtspelen. Om tien uur is het zover: de medewerkers van het park laten de bezoekers door de straten van Ferrari Land spurten.
Ver hoeven we niet te lopen, want Ferrari Land is allesbehalve groot. Toch slaag ik erin een omweg te nemen, maar niet getreurd: we zijn nog steeds bij de eerste die een ritje op Red Force kunnen maken. Maar daar moeten we nog eerst even geduld voor hebben: een operatrice leidt ons door heel de wachtrij, bestaande uit enkele overdekte zigzaggen - en die rij is lang. Eenmaal de rij uitgewandeld, worden we nog opgehouden voor het station, want dit is pas het moment dat de operators beginnen met de baan te testen. Waarom dit niet voor parkopening gebeurt, is me nog steeds een raadsel.
Een kwartiertje geduld extra uitoefenen is natuurlijk niet zo'n ramp en de verwachting wordt er enkel maar groter op. Ik heb het geluk plaats te mogen nemen op de eerste rij - met zo'n brilletje op - en daar gaan we dan. De LSM-lanceringen zijn vaak een mikpunt van spot omdat ze niet zo krachtig zijn als de hydraulische machinerie die gebruikt wordt op de soortgenoten van Red Force, maar kracht ontbreekt het allesbehalve in de versnelling tot 180 km/u. Vergelijken met een Kingda Ka of TTD kan ik helaas nog niet, maar zwak kan je Red Force echt niet noemen. We blijven versnellen tot ik mijn wangen voel wapperen in de wind, en daar ga je dan: recht naar boven toe.
112 meter hoog... Maar eerlijk gezegd merk ik daar weinig van. Tijd om te genieten van het uitzicht is er niet. De snelheid die de trein heeft is veel indrukwekkender dan de hoogte tot waar hij klimt, en dat is niet eens zo erg. We vliegen dat eerste ritje met een aangenaam tempo over de tophat en storten naar beneden: Airtime all the way! Hetgeen wat nu nog rest zijn de remmen, en dat is eigenlijk nog het spannendste van heel de rit. Met een enorme kracht schieten we erin en we kunnen enkel maar hopen dat het concept magnetisme nog bestaat in die paar seconden dat de rit duurde. Alles bij elkaar duurt de rit minder lang dan een Rollerskater, maar zelfs in zo'n korte tijdsspanne weet Red Force een diepe indruk op mij na te laten.
Uiteraard houden we het niet op één ritje. De baan kent wel wat storingen, maar we blijven tot het sluitingsuur in het park en tegen de late middag stromen de bezoekers al weg. Als we voor een tweede keer frontseat plaatsnemen, valt het op dat de trein dit maal nog sneller over de tophat heen schiet: airtime kreeg hier even een heel nieuwe betekenis. Een laatste ritje backseat verloopt dan weer helemaal anders. De trein klimt tegen een slakkengangetje over zijn hoogste punt, wat ons even doet hopen op een rollback.
Het laatste ritje backseat liet me wel met een ietwat wrang gevoel. Het afremmen verloopt hier allesbehalve soepel, tot op het onaangename af. Hoe dan ook lijkt me dat als je een baan bouwt met deze statistieken, deze coaster zeker honderd procent soepel moet zijn of je creëert een echte pijnmachine. Hopelijk was dit minder aangename stukje van de rit slechts een momentopname, ik heb er alvast niemand anders over horen klagen.
De op één na meest opvallende attractie zijn de S&S torentjes naast Red Force. Deze Thrill Towers hebben een verschillend programma: één is eerder een freefall en met de andere schiet je naar boven. Ik probeerde de laatste en was allesbehalve onder de indruk. Toch vreemd dat S&S soms heel erg goede torens bouwt (Gröna Lund, Liseberg) maar dan in andere parken een veel minder leuk product aflevert terwijl het schijnbaar dezelfde attractie betreft.
In het centrale gebouw van Ferrari Land zitten twee grootse attracties verstopt. Een simulator, en een simulator. We gaan eerst voor Racing Legends, waarvan we dacht dat het een flying theatre was. Na een wachtrij die gelijk loopt met de andere simulator in het gebouw betreed je een voorshow waarin Mr. Ferrari himself zijn levensverhaal komt doen. Vervolgens ga je naar nog een voorshow, die ik al lang vergeten ben. Wat volgt trekt je helemaal uit de prestige-sfeer van Ferrari: een trappenhal leidt ons naar de bovenste verdieping van het gebouw en als we eenmaal in de grote zaal met de achtpersoonsimulators (negen in totaal) aankomen, heb ik eerder het gevoel in een doodgewone cinemazaal te zitten dan in een pretpark van het alom geprezen Ferrari. Het is helemaal compleet wanneer de operatrice met een lampje de beugels komt controleren. Het is moeilijk om uit te leggen, maar ergens tussen de laatste voorshow en de eigenlijke attractie wordt de opgebouwde sfeer helemaal weggenomen. Als de rit eenmaal begint moet je je zeker goed klaarmaken voor de anticlimax van de eeuw: 'Racing Legends' weet totaal niet te overtuigen, niet qua film, niet qua bewegingen. Phantasialand had een veruit superieure simulator staan en zelfs Bagatelle heeft een beter exemplaar. Ik kan het me nauwelijks voorstellen, maar als je tijd tekort komt in Ferrari Land: dit is de attractie die je zonder spijt kunt laten vallen.
De tweede simulator, Flying Dreams, bleek wel een flying theatre te zijn - we hadden het kunnen weten. Maar voor de rit begint moet je natuurlijk door de voorshows. De eerste bleek tot onze verbazing gewoon dezelfde te zijn als bij Mission Ferrari. Ook dat hadden we eerder moeten weten, want de je staat gewoon in dezelfde kamer als de mensen uit de andere rij. Na een tweede, unieke voorshow mochten we eindelijk plaatsnemen in de eigenlijke attractie. Vergelijken met zijn soortgenoten kan ik niet, maar ik vond Flying Dreams zeer vermakelijk. Dat is dan ook alles wat kan gezegd worden: binnen Ferrari Land is het een must-do en op Red Force na de beste attractie, maar het is niet echt een epische ervaring die zijn gelijke niet kent. Als ze een exacte kopie in EP openen, zou dat een prima opvuller zijn die je één keer per bezoek doet. Maar stiekem hoop ik voor Voletarium toch op een iets meer epische ervaring.
De laatste 'grote' attractie is een duelerend autoritje. Maranello Grand Race is een autoritje dat goed scoort qua techniek (gas geven én kunnen sturen is een leuke combinatie die je op te weinig rondritjes terug vind), maar is qua aankleding jammer genoeg niet wauw: een saaie rondrit over wat een raceparcours moet voorstellen, met een minima aan aankleding. Ze hadden toch tenminste een autowrak van een gecrashte race-auto aan de kant kunnen leggen (uiteraard van een ander merk dan Ferrari), of het op een andere manier ietwat interessant kunnen maken? Ik snap eigenlijk niet wat dit park probeert te bewijzen met zo'n saaie attractie. Ieder fout Duits park tot Schwaben Park toe doet het beter met boeiendere rondritjes.
Ondanks dat er werkelijk niemand in de rij stond voor de Whip, mochten we er niet op zonder kinderen. Een beetje belachelijk, want dit zijn echte attracties waar iedereen fun in heeft, en je betaalt je tenslotte blauw voor dit kleine park.
Gegeten hebben we in het tafelbedieningsrestaurant van het park. We mochten om één of andere reden niet op het terras zitten (dat zo goed als leeg was op de kalme dag), maar goed, binnenin was het ook best mooi. De porties waren bij sommige gerechten verbazingwekkend klein, wat niet kon gezegd worden over de prijs. Een ander keuze dan hier eten hadden we niet echt, want het fastfoodrestaurant leek gesloten te zijn.
Wat wel heel leuk was: randanimatie! Meerdere keren trokken we de aandacht van de 'acteurs' die rondliepen en hun best deden ons te amuseren.
Ferrari Land werd ook kraaknet gehouden, waarvoor het merk Ferrari ongetwijfeld voor iets tussen zit. De hele dag door waren er medewerkers druk in de weer alle panelen van de gebouwen op te blinken.
Het park in het kort: een topcoaster die je moet gedaan hebben, een leuk flying theatre en een handjevol opvulattracties van dertien in een dozijn. Het park ziet er goed uit, maar de prijs/kwaliteitverhouding klopt van geen kanten en klantvriendelijkheid is maar zo-zo. Als we niet op het verkoopspraatje van de dame aan de fotobalie bij Red Force ingaan bijvoorbeeld, klaagt ze tegen ons dat ze 'voor niets zoveel heeft gepraat'. Attracties hebben een lage capaciteit, wat nog erger gemaakt zal worden wanneer er volop fastpassen verkocht gaan worden. Betaalattracties - want ja, die zijn er in een park dat 35 euro toegang vraagt en 6 rides heeft staan - kosten soms wel 25 euro voor een korte ervaring. Is dit nu dé uitbreiding die PortAventura verdient, waarvoor mensen met plezier gaan betalen? Nee. Ben ik blij dat het er is? Ja, dat wel: Red Force is één van de beste coasters van Europa, en het is geen lelijk park.
Ik gok dat het park binnen enkele jaren ofwel fors gaat uitbreiden, ofwel bij het hoofdpark zal gaan horen - een daling van de toegangsprijs acht ik minder geloofwaardig, want dat zou afbreuk doen aan de prestige waarvoor Ferrari staat.
Bedankt voor het lezen - en tot in PortAventura!